Landstorm Zelhem
Ledenwerving

Ledenwerving

G. Fabius (Inspecteur van de Landstorm) had onder andere als taak nieuwe leden te werven. Hij zorgde voor de officiële werving. Maar er waren ook mannen van het eerste uur, zoals Mgr. Poels die hele dagen bezig waren met het aantrekken van vrijwilligers.

Aalmoezenier Henri Poels.

Henri Poels

Henri Andreas Poels was hoofdaalmoezenier in Limburg en kreeg veel onderscheidingen van de kerk en de staat voor al zijn werk. Hij was in 1910 aangesteld als aalmoezenier voor de mijnwerkers in Limburg. Hij vocht in 1930 ook heel fel tegen de N.S.B. Om alles m.b.t. de plotseling opkomende vrijwilligers in goede banen laten leiden, vroeg dit natuurlijk een goede coördinatie omdat er zoveel nieuwelingen kwamen.

Henri was later voorzitter van Gewestelijke Landstorm Commissie Limburg.

Op 1 maart 1919 waren er 16.181 vrijwilligers en op 1 januari 1922 waren het er 46.200! Het groeide heel snel.

De vrijwilligers gingen geen verbintenis (dat is een militair contract) aan maar legden een verklaring af tot steun aan het wettig gezag.

Soorten vrijwilligers

De eerste groep vrijwilligers waren die van de vooroefeningen en kaderopleidingen. Veel ouders vonden de diensttijd van hun zoon te lang, ze konden vaak niet zo lang gemist worden van de boerderij. In andere gevallen hoefden de jongens niet zo lang de studie meer te onderbreken, wat een stuk goedkoper was. Als je geslaagd was voor een test, dat je een geoefend man was, kreeg je verlof. Bij de infanterie 2 en later zelfs 4 maanden, op een oefeningstijd van 6 maanden. In 1934 werden de Vooroefeningen afgeschaft.

De tweede groep vrijwilligers waren de door de korpsen van de Motordienst, Vaartuigendienst, Spoorwegdienst en Luchtvaatdienst.

Nationaal Instituut

De Bijzondere Vrijwillige Landstorm was een 100% nationaal instituut. Hier bedoelden ze mee dat 1. het niet politiek was, 2. dat het aansloot bij het volkskarakter en 3. dat ze eerbied hadden voor iedereen. Dus ook voor minderheden. Dit was voor hun heel belangrijk. Als het nationale karakter niet werd nageleefd dan haalde men ‘het fundament van de B.V.L.’ weg.

3 pijlers Landstormorganisatie

  1. Het nationale karakter (was het geheim van het enorme succes)
  2. Volstrekte vrijwilligheid
  3. belangeloosheid

Voorstander wettig gezag

De B.V.L. stond open voor iedereen als ze maar voorstander waren van het wettig gezag – daarmee bedoelden ze een democratisch gekozen regering – en van de handhaving van orde en rust. Voor alle stromingen op geestelijk, maatschappelijk en cultureel gebied moest er plaats in de B.V.L. zijn. Daarom was er in de Landstorm geen meerderheid die haar wil oplegde aan een minderheid. Alle landstormers hadden dezelfde rechten. De burgemeester of de dominee was niet meer dan een boer. Ze waren allemaal gelijk.

P. F. Boulogne, secretaris van de B.V.L. schrijft een handleiding in 1937.

P. F. Boulogne lijkt sprekend op G.F. Boulogne. Waarschijnlijk is het dezelfde man maar hebben ze een P vooraan gezet in plaats van een G. Over ene P.F. Boulogne is ook niks te vinden.

Registratie

Kwam je bij de B.V.L., dan tekende je formulier ‘S.W.G- verklaring’. Deze verklaringen werden verzameld en opgestuurd naar de commandanten van de korpsen van de Vrijwillige Landstorm. De registratie moest zó gebeuren, dat alles goed zou gaan bij een eventuele mobilisatie voorbereiding. Daarom waren er ook kaartsystemen.

In kaartsysteem

  1. Naam en voornaam.
  2. Rang.
  3. Functie waarvoor je was opgeleid.
  4. Geboortejaar.
  5. Lichtingsjaar van de dienstplichtige.
  6. Het jaar wanneer je 55 zou worden

Hieronder zie je een formulier van de ‘S.W.G.-verklaring’ van rond 1927.

De ‘S.W. G.-verklaring’ zag er in 1937 zo uit:

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Hieronder een voorbeeld van een kaart uit de kaartenbak.

Hieronder staat een brief waarin staat hoe de ledenwerving geregeld is.

Bron: ‘Als ’t moet’. J. C. van der Does.

Sociale controle

Iedereen die zich schriftelijk of mondeling had aangemeld, werd administratief in plaatselijke afdelingen ingedeeld. Ze werden door de korpscommandanten ingedeeld in compagnieën en bataljons. Door het samenvoegen ontstonden de plaatselijke afdelingen. Dit laatste was een goed middel om infiltranten tegen te gaan. De sociale controle werkte erg goed. Iedereen kende elkaar in zo’n kleine gemeenschap.

Korpsen bestonden al

De korpsen waar men bij ingedeeld werd, waren al gevormd tijdens de Eerste Wereld Oorlog. Deze korpsen waren: Het landstormkorps Limburgse Jagers, Veluwezoom, Zuid-Holland West, De Meijerij, Stelling van Amsterdam, Nieuwe Hollandse Waterlinie, De IJssel, Rotterdam, Motor, Vaar- en Voerwezen.

Toen het aantal vrijwilligers bleef toenemen, werd er een nieuwe indeling van alle korpsen gemaakt. Hieronder zie je de nieuwe indeling.

Nieuwe indeling Landstormkorpsen.
Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Bron: Landstormboekje 1927 via Delpher.

Aanmelden in Doesburg

Nieuwe vrijwilligers moesten zich in laten schrijven bij het gewestelijke hoofdkwartier van de B.V.L. Voor Zelhem betekende dit, dat men zich moest aanmelden bij de commandant der Compagnie (uit Rheden) bij de Maurits kazerne  in Doesburg. Als je was aangenomen, dan viel je onder de afdeling bij de plaats zelf. In Zelhem dus.

Er werden zorgvuldig nieuwe vrijwilligers gezocht. Als je familienaam slecht bekend stond, dan werd je niet toegelaten. Mensen die bij verboden organisaties waren, mochten er ook niet bij komen. Soms kwam het voor dat een vrijwilliger een mening had die niet overeen kwam met het doel van de B.V.L., die moest dan ook de B. V. L. verlaten, of kwam er niet in.

Hieronder de documenten die de vrijwilligers moesten invullen en tekenen. Deze is uit 1919.

Bron: ‘Als ’t moet’. J. C. van der Does.

Mannen geen mietjes

De Landstorm had behoefte aan mannen en niet aan mietjes, die konden beter vertrekken. Iemand die bij de B.V.L. zat had het oorlogsboek gelezen “Geen nieuws aan het Westfront’. Hij had zelf 11 jaar geleden die oorlog meegemaakt. Hij was zo van slag van het boek, dat hij niet meer bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm wilde horen.

Het legitimatiebewijs van 1937.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

De reactie van de B.V.L. hierop was: Blij dat hij weg is, dan had hij zich maar niet aan moeten sluiten bij ons. “Als er nog wat van dergelijken bij de Bijzonder Vrijwillige Landstorm mochten zijn, laat ze dan maar snel bedanken. Want als de revolutie door de straten giert, de gevangenissen en het straatgeboefte losbreken, de barricaden uit de grond rijzenen alles, want ons volk aan heiligs en dierbaars bezit, op het spel staat, dan is er slechts behoefte aan één soort mannen, n.l. vastbesloten en onwrikbare vrijwilligers”. (bron: Als het moet. Door J.C. van der Does. blz. 217).

De 4 hieronder staande formulieren zijn uit een boekje van de B.V.L. uit 1927.

De verbintenis hierboven is slecht te lezen, maar ik heb er tenminste 1 gevonden.

Regels werving leden

Op het kantoor van de Nationale Landstorm Commissie waren ze hele dagen bezig met het bij elkaar houden van de organisatie. Daarom kwamen er ook regels voor de werving van nieuwe leden, maar het eigenlijke werk moest in de verschillende verbanden gebeuren. Er waren 3 verenigingen die daarbij hielpen.

  • Vereniging Pro Rege; een protestant christelijke militaire vereniging.
  • Bond van Rooms Katholieke militairen.
  • Huisvaders van militaire tehuizen. Als er een lichting soldaten afzwaaide dan hadden de bestuurders van deze verenigingen al verschillende keren met de soldaten gepraat. En wel over de aansluiting bij de B.V.L. In de meeste gevallen sloten de soldaten zich wel bij de B.V.L. aan.
  • Plaatselijke commissies en plaatselijke leiders waren voortdurend in actie om vrijwilligers te werven. Het resultaat was verrassend. Elk jaar groeide het vrijwilligersleger. Het was heel belangrijk dat de landstormwapenbroeders uit dezelfde plaats en gewest bij elkaar bleven. In Didam moesten de leden van de plaatselijke Landstorm Commissie ervoor zorgen dat er ex-militairen zich aansloten bij de B.V.L.

Contract van toetreding 1932.
Bron: Delpher Boekje B.V.L. 1932.

B.V.L. kreeg moeilijk mannen

Het krijgen van mannen voor de burgerwachten was makkelijker dan het krijgen van mensen voor de B.V.L. Bij deze laatste organisatie mochten alleen mannen komen die al een keer in dienst geweest waren. Bij de B.V.L. hadden de mannen militaire verplichtingen en soms werd er van hun verlangd dat ze hun woonplaats gingen verlaten. Daarom waren er dienstplichtigen die liever bij een burgerwacht gingen. Maar ze waren aan de andere kant ook wel huiverig met het aannemen van nieuwe Landstormer, want stel dat er verkeerde figuren tussen zitten…

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Mannen mochten zelf kiezen of ze bij de B.V.L. of de Burgerwacht gingen, daarom had de regering richtlijnen gegeven:

  • De B.V.L. is tot en met 30 jaar oud. Ben je vóór je 30e aangesloten, dan mag je blijven tot je 50e.
  • Ben je boven de 30, dan kom je in aanmerking voor de burgerwacht. In Zelhem bij de B. V. L. werden gewoon mensen aangenomen die boven de 30 waren. Van de 46 mannen waren er 22 boven de 30 toen ze werden aangenomen. Maar in Zelhem was er ook geen burgerwacht. In Hengelo Gld. wel.

Dit is een formulier die de ouders moesten tekenen als een minderjarige zich meldde bij de Landstorm.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

In Zelhem zijn er ook mannen van rond de 50 jaar oud lid geworden, dus zo heel precies kwam het allemaal niet.

Je moest kiezen, je kon niet van beide organisaties tegelijk lid zijn.

Er was ook nog een controlestaat:

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Er is een lijst van organisaties waar je geen lid van mag zijn. Wordt je lid van zo`n organisatie dan moet je het lidmaatschap van de Landstorm opzeggen. Of de Landstorm zegt het lidmaatschap bij jou op.

En ook nog een verhuiskaart…

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

De Verbintenis

Er waren bij de B.V.L. verschillende soorten contracten. Hieronder volgen de contracten die er waren in 1937.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Dit bovenstaande contract is gebaseerd op het ‘Vrijwillige Landstorm Besluit’. Als je opgeroepen wordt, ben je niet verplicht om te komen. Kom je helemaal niet dan is dat helemaal niet erg . Maar als je komt moet je blijven tot de orde en rust weer hersteld is.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Dit bovenstaande contract is ook gebaseerd op het ‘Vrijwillige Landstorm Besluit’. Ook hier zijn ze niet verplicht om te komen als je opgeroepen wordt. Als je wel komt dat is dit maximaal maar voor 10 dagen.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Bij dit bovenstaande contract ben je als je opgeroepen wordt, wel verplicht om te komen als er gestaakt wordt bij de spoorwegen, de post of het telefoonbedrijf. Dit was vroeger allemaal staatsbedrijven dus moest de overheid ervoor zorgen dat er geen stakingen kwamen. In deze tijd van revoluties braken er iedere keer stakingen uit bij bedrijven. Ze wilden daar ook geen normale man van de Landstorm op af sturen omdat die misschien het wel een beetje eens waren met de stakingen. Als er oorlog is uitgebroken is hij ook verplicht om te komen voor zolang het nodig is.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Dit bovenstaande contract is voor de Luchtbrigade. De mannen zijn niet verplicht om te komen. Bij alle contracten wordt de overeenkomst na een jaar stilzwijgend verlengd totdat je zelf ontslag neemt of 55 jaar oud wordt.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Het contract hierboven is voor de spoorwegdienst. Hij is verplicht om te komen als hij werkelijk dienst taak moet doen, maar hij niet niet verplicht om bij de oefeningen te komen. In tijd van oorlog of oorlogsgevaar is hij niet verplicht om te komen.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Bij het bovenstaande contract gaat het ook over een contract bij de spoorwegen, de spoorwegdienst. Bij oefeningen hoeft hij niet te komen en in geval van oorlog ook niet. De laatste 2 contracten zijn bijna het zelfde, maar het contract hierboven is voor reserve personeel.

Bij dit contract kan de leidinggevende doorstrepen of je wel of niet verplicht bent om te komen als je opgeroepen wordt. Dit is een van de oudste overeenkomsten op deze pagina.

Ontslag

Hieronder is een ontslagbrief te zien. De eerste ontslagbrief is een gewone ontslagbrief, en de 2e krijg je als je 55 jaar wordt.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Ontslagbrief voor je 55e verjaardag.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

En als je afscheid nam van de B.V.L. dan kreeg je deze oorkonde mee.

Bron: Handleiding voor de B.V.L. door secretaris G.F. Boulogne in 1937.

Hieronder staat een stukje uit de krant over wat er met de kleding van een vrijwilliger gebeuren moest als hij zijn lidmaatschap bij de B.V.L. had opgezegd.

Extra informatie: hieronder de aanwijzingen voor werving leden:

Ledenwervingen bij de B.V.L. Bron bij alle 4 bladzijden is: ‘Als ’t moet. J. C. van der Does.